De aftrap van de zesde Bolobooze-kroegentocht vond plaats bij ’t Lommertje met de presentatie van het Bolobier. Kroegeigenaar John wilde een eigen Bolobier in zijn bar schenken. Hij gaf zijn wensen hoe het bier moest gaan smaken door aan de bierbrouwers van de Noord Hollandse Bierbrouwerij. Die bedachten een recept en begonnen te brouwen. Het resultaat mag er wezen: een bovengistend amberkleurig bier, zeer smaakvol, bij uitstek een doordrinkbier. Dus geen pils, zoals Heineken of Amstel.

IMG_20130920_200657Initiator van Boloboost, Lex de Jong, schonk het eerste biertje uit een flesje, daarna werd het fust aangeslagen voor de overige aanwezigen. De toon is meteen gezet voor de avond. Opvallend veel jonge mensen bezoeken Bolobooze dit keer, vooral vriendengroepen.

Volgende kroeg: De Fluiter waar ik met Mirjam spreek die net over de grens met Bos en Lommer in de Baarsjes woont. Het is haar eerste Bolobooze en ze is met een vriendengroep. Daarin ook Annoesjka die vertelt hoe ze van Bolobooze vernam: “Twee jaar geleden waren we in Barbaarsch en daar hoorde ik over Bolobooze. Ik vond het meteen een tof idee: met 50 man een bruine kroeg binnenvallen waar je anders nooit zou komen. Ik hoef helemaal niet meer weg hier sinds ik merk dat vooral de laatste paar jaar de buurt stukken leuker is geworden.” Ze kent Lex van de straatpicknick bij haar om de hoek een jaar of zes geleden

In het Binnepretje leggen sigarettendampen een waar rookgordijn dat de bezoekers naar buiten drijft om dan maar ‘in de frisse lucht’ een sigaretje op te steken. Buiten gaat het gesprek over hoe mooi Amsterdam is en hoe storend te vroeg buiten gezet grof vuil en zwerfvuil is. Marco was het zo zat dat hij een ondergrondse vuilcontainer heeft geadopteerd.

Volgende kroeg: Kooper. Daar is een zingende barman of een biertappende zanger Nederlandstalige hits aan het zingen met het volume op 10 zodat je moet schreeuwen om jezelf verstaanbaar te maken. Het publiek blèrt vrolijk mee, de stemming is opperbest. Iedereen door elkaar, vaste bezoekers, Boloboozegangers, zwart en blank, autochtoon en allochtoon. In die hectiek lukt het me toch een gesprek aan te knopen met Evelien, de organisator van deze avond. Enthousiast vertelt ze hoe ze langs alle kroegen is gegaan en alle eigenaars bereid vond dat Bolobooze hun kroeg aan zou doen.

Ik ontvlucht de gezelligheid bij Kooper, vooral vanwege het volume en fiets naar ’t Zevende Hemeltje waar het op dat moment nog erg rustig is. Ik bestel een vaasje bij Paul, de relaxte kroegbaas. Met de rust is het na een minuut of tien gedaan, als de hordes weer binnenstromen. Ook hier gaat het volume op tien en is het opnieuw lastig je verstaanbaar te maken. Toch heb ik een gesprek met Joyce, die vanuit haar vak, de psychologie, het erg gaaf vindt ‘interactie plaats te zien vinden met mensen die je voorheen niet kende’.  Als ik het welletjes vind en mijn bed wil gaan opzoeken, raak ik in gesprek met Cor, vaste bezoeker en wonend om de hoek. Hij vindt het wel gezellig, dat jong volk in ‘zijn’ kroeg. Cor houdt van zijn borreltje en zijn zware sjekkie en dat is aan hem te zien en te horen. Gegroefd gelaat, stem als een havenarbeider, vet Amsterdams accent. Gestudeerd heeft ie: “psie, psiekkele, psiekkelechie”, hoor ik hem zeggen. Jammer dat ik hem niet gevraagd heb of dat aan de VU of de UvA was of toch gewoon een LOI-cursus. Helaas, ik was ook niet al te helder meer…maar het was weer erg gezellig in Bolo!

Tekst: Arjan van Oorsouw