Ongeveer 15 jaar geleden woonde ik in een ghetto. Bos en Lommer. Esmoreitstraat om precies te zijn. Nu heet het Bolo en is het hip. Vroeger wilde niemand er komen en nu wil iedereen er zijn. Vind ik  Bolo beter dan ghetto Bos en Lommer?

Vanuit mijn hart hoor ik keihard: Nee! Maar waarom? Vermoedelijk onder het motto: vroeger was alles beter.

Toen iedereen nog een negatief beeld had over Bos en Lommer, was mijn hart al aan de buurt verpand. Het voelde ook heel rebels, om van een zo gehate buurt te houden. Ik begreep alleen niet waarom iedereen zo bang was voor de plek die ik thuis noemde. Ik denk dat het iets te maken had met de status Marokkanenbuurt.

Nu woont iedere respectabele witte bakfietsmoeder in de BoLo en heeft ze een knuffelmarokkaan. Bedankt Ali B. Ik hoor gesprekken op straat, dat ze helemaal geen last van ze hebben.

“Ja, de opvoeding van de kinderen mag wel wat strenger, maar ze zijn best aardig, die nieuwe buren.”

In het begin vond ik de nieuwe buren maar niks. Schijnheilig vond ik ze. Schijnheilig, omdat  er in de andere buurten geen betaalbare woningen meer waren en Bos en Lommer een derde keus was. Bos en Lommer bleek helemaal niet zo’n enge buurt te zijn. Iedereen begon in zijn of haar kennissenkring het geheim rond te bazuinen. Onder het pseudoniem BoLo. Als een klein kind heb ik geschopt, geslagen en geschreeuwd dat BoLo stom was. Het voelde alsof iemand iets kostbaars van mij had afgepakt.

Ik kan nooit lang boos zijn en langzaam drong het door. Deze nieuwe buren zijn hier niet om iets van mij af te pakken, maar om ook te genieten van deze bijzondere buurt.

De nieuwe buren begrijpen dat de BoLo een leuke buurt is en daar ben ik blij om. Echter nooit zullen zij  weten hoe fantastisch Bos en Lommer ook al was.

Tekst: Agnes Giesken