Aan de foto’s op de muren te zien ben ik te gast bij een groot voetballer. Te gast, want bij Kees zijn de klanten geen koning. Dat is Kees zelf. Vanaf zijn troon legt hij zijn gasten uit hoe de wereld in elkaar zit, waarom de liefde niet veroudert en waarom zijn vak het mooiste is dat er is. Terwijl zijn bodyguards hem beschermen tegen andere honden deelt hij zelf de koffie uit.

Intussen komt een oude man met rollator binnen.  “Parkeren kost tien cent extra,” waarschuwt Kees. “Ach hou toch je kop.” Zeker een stamgast. “Ik heb al koppijn, Kees, en dat gelul van jou maakt het alleen maar erger.” Kees laat de oude man even de Voetbal International zien waar een artikel in staat over de ex-prof die weer kapper is en op de Bos en Lommerweg de hele voetbalwereld op bezoek krijgt. De man legt het blad voor zich neer en valt in slaap.

De eerste keer dat ik naar Kees ging dacht ik nog dat hij een gewone kapper was. Zo ééndie alleen over het weer kan praten en over vakanties, zodat je opgelucht bent als je na 20 minuten mag opstaan. Hij vertelde dat hij kapper was geweest, reclameschilder, profvoetballer en nu weer kapper.  En dat er zelfs een filmpje over hem is gemaakt dat draait in het Amsterdams Historisch Museum. Toen kwam zijn ex langs met zijn dochter en moest Kees even de nieuwe auto bekijken van de vriend van zijn dochter, en hup weer aan het knippen, en ondertussen moest hij de honden in de gaten houden en zwaaien naar bekenden en met een scheermes mijn nekharen weghalen.  Tussendoor smste zijn dochter vanuit Salou dat haar beltegoed op was. Hij haalde 20 euro uit de kassa en stuurde een onbekende jongen die zat te wachten naar Leo en Anita van de tabakszaak aan de overkant: “Haal effe Vodafone.”

Tot mijn verbazing merk ik dat mijn haar weer perfect is geknipt. Die Bregman kan ook alles tegelijk.