Bijna aan het einde van de Admiraal de Ruyterweg zit het kleine Chinese restaurant Hap Li dat wordt gerund door mevrouw en mijnheer Cheung. Hap Li betekent zoiets als ‘geluk’ of ‘goede zaken’. Nou, dat lukt de familie Cheung best goed. Terwijl mijnheer Cheung op een herfstige zondagmiddag in de keuken ingrediënten aan het snijden is en sauzen aan het bereiden en mevrouw Cheung kroepoek inpakt, praten we over hun zaak en de ervaringen in de Bos en Lommer.

“We maken eigenlijk weinig reclame”, zegt mevrouw Cheung. “Mijn man is al 35 jaar chefkok en het is de mond-op-mond reclame die het beste werkt. Onze klanten zijn bewoners en de kantoren in de buurt, maar ook het stadsdeel bestelt bij ons”, benadrukt ze. Als ik vraag of Babi Pangang nou het meest bestelde gerecht is, ontkent mevrouw Cheung dat. “Nee, in de provincie bestellen ze Babi Pangang in Amsterdam is dat heel gevarieerd.” Naast de traditionele gerechten die we allemaal wel kennen van Chinese restaurants, hebben ze bij Hap Li ook speciale Kantonese gerechten. Dit zijn de gerechten uit de keuken van Hong Kong en GuangZhou, welke in China bekend staat om hun lekkere keuken en waar mijnheer en mevrouw Cheung vandaan komen.

“Om 3 uur ’s middags begint mijn man met alles voorbereiden voor het koken. Ik ga voor in het restaurant alles in orde maken en soms help ik ook in de keuken. Vanaf ongeveer half 5 komen de bestellingen binnen. En dan is het vaak een paar uur lang erg druk. ’s Avonds om 10 uur sluiten we; daarna bestellen mensen toch niet zo vaak meer”. Op zaterdag is Hap Li gesloten, omdat de kantoren – waar veel klanten zitten – ook dicht zijn. “Lekker één dag in het weekend vrij”, zegt mevrouw Cheung.

Vroeger kwamen de mensen vaker eten in het restaurant, dat ongeveer 5 tafeltjes telt. Nu zijn dat alleen nog de vaste klanten. “De meeste klanten komen tegenwoordig halen of we bezorgen aan huis.  Het is lastig”, vervolgt ze, “vroeger wist je welke avonden het druk was en dan huurde ik van te voren personeel in. Met de supermarkten die tot 10 uur ’s avonds open zijn en de economische crisis kan ik het niet goed inschatten hoe druk het wordt. Jonge gezinnen bestelden ook altijd wel eenmaal per week vanwege de drukte van werken en kinderen. Dat is minder geworden. Ik doe nu veel meer zelf ook het bezorgen. Ik kan moeilijk als het ineens druk wordt voor een half uurtje een jongen vragen om te komen met zijn brommer.” Soms als het heel druk is helpen de kinderen van mevrouw en mijnheer Cheung ook mee.

Alhoewel ze niet in de buurt wonen, kennen ze de buren en de buurt goed. Het restaurant zit er al sinds 1996. De buurt is heel erg opgeknapt en dat is goed; alleen over de parkeermogelijkheden is mevrouw Cheung niet zo te spreken. “Er zijn minder parkeerplekken gekomen en als ik terugkom van een bestelling moet ik vaak 10 minuten zoeken naar een parkeerplek voor de auto. En in het restaurant is tijd echt geld.”