Toegegeven, we spelen een beetje vals in deze tweede aflevering van schrijvers in Bolo: Auke Hulst woont in het centrum van de stad. Maar zijn vriendin resideert wél in Bolo en hij woonde er acht maanden met haar samen, lang genoeg om dat typische Bolo-gevoel mee te krijgen.

Auke door Corbino KLEIN

Auke kwam aanvankelijk met de gebruikelijke vooroordelen naar de wijk (achterstandswijk, Vogelaarwijk) maar zag al snel in dat het allemaal reuze meeviel. Sterker nog, in de tijd dat hij er woonde zag hij Bolo positief veranderen.Op de vraag naar zijn favoriete plek in Bos en Lommer antwoordt Auke kordaat: “De Nieuwe Boekhandel!”

Auke kwam ooit voor de liefde naar Amsterdam, dat ging uit en hij vond een nieuwe liefde. Juist, die in Bolo. In de tijd dat hij hier woonde legde hij de laatste hand aan zijn roman Kinderen van het ruige land. “Maar onder welke omstandigheden?” luidt Auke nogal mysterieus zijn verhaal in. “Ik ben nogal een fanatieke zaalvoetballer en speel elke dinsdag met een vast team. Echte zaalvoetballers die weten hoe dat moet. Een keer per jaar was een speciaal tournooi voor kwaliteitskranten en kwaliteitsmedia. Ik speelde voor Vrij Nederland. Ik ben toen door de keeper van Elsevier doormidden geschopt. Verbrijzelde knieschijf. Ik heb de laatste hand aan Kinderen van het ruige land gelegd, kreperend van de pijn in Bos en Lommer. Mijn herinnering aan Bos en Lommer is ook altijd: mijn been in het gips en volkomen immobiel zijn. Met krukken door Bos en Lommer…”

“De vishandel op de Bos en Lommerweg waarvan me nu de naam ontschoten is ook een favoriet van me. Op de hoek van het Gulden Winckelplantsoen zit een Arabische bakker, die maakt heerlijke witte puntjes. Als we in bed liggen, hebben we de deur open en dan komen de geuren van die bakker zo onze slaapkamer binnen. Dat is wel lekker wakker worden. Ik krijg dan meteen inspiratie om naar beneden te lopen en even wat witte puntjes te halen. De döner-kebab van Bir-Tat vinden wij ook niet te versmaden.”

“De wijk is echt aan het opwaarderen merk ik. Een paar dagen geleden waren we best laat ‘s avonds aan het wandelen en toen was de Fruit Fabriek nog open en hebben we ijs gehaald. Je ziet dat de wijk nog steeds vooruit gaat.”

Auke is voor zijn gevoel al sinds zijn twaalfde schrijver. Op die leeftijd kreeg hij een bibliotheekpas. Vanaf dat moment las hij drie, vier science-fiction boeken in de week. Hij en zijn broer waren het type kinderen die als ze voetbal op TV hadden gezien, daarna zelf buiten gingen voetballen. Idem met wielrennen en dat gold dus ook voor het schrijven. Hij wist dus ook meteen: als ik iets wil met mijn leven zal het daarvan moeten komen.

Zijn begin volgend jaar te verschijnen boek, Slaap zacht, Johnny Idaho gaat over de verschillen tussen arm en rijk, de betekenis van de steeds grotere mogelijkheden van surveillance, Big Data, allemaal van dit soort hedendaagse dingen en ondertussen gaat het ook over mensen, dood en verlies. Kortom, een actueel boek dat we uiteraard allemaal gaan aanschaffen.

Foto: Corbino

Tekst: Arjan van Oorsouw