Maaike begint haar dag altijd met een oliebol. Haar ochtendritueel noemt ze het. “Ik vind ze zo lekker”, zegt ze, “Het is niet alleen om geld te verdienen, Piet bakt ze met heel veel liefde.”

Het is waar. Op een druilerige ochtend zit ik in de oliebollenkraam Stuy-Souilljee op het Bos en Lommerplein bij het echtpaar Stuy. De kraam is versierd met lichtjes en kerstkaarten van klanten. Piet en Maaike praten voluit. Een bijzonder kijkje in hun leven volgt, natuurlijk met een warme, versgebakken en overheerlijke oliebol in de hand.

Hoe komen jullie in een oliebollenkraam terecht?

“Het zit in de familie! Piet stond als klein mannetje al bij zijn opa in de oliebollenkraam. Piets moeder komt uit de oliebollenwereld en Piets vader van de kermis. Daar komt mijn familie ook vandaan. Al van kleins af aan reizen we door heel Nederland met de kermis mee. En ‘s winters overwinteren we met de oliebollenkraam. We werken allebei al vanaf 14-jarige leeftijd voltijd met onze ouders mee. Dit werk zit echt in ons bloed.

Ik ken Piet al sinds ik een klein meisje was. Onze families stonden op dezelfde kermis. Hij bij de botsauto’s en ik bij de gokautomaten. Hij zag mij toen natuurlijk nog helemaal niet staan. Dat kwam pas toen we een jaar of 18 waren. Dit jaar zijn we veertig jaar getrouwd en we werken ook al veertig jaar samen! Piets broers werken ook in oliebollenkramen op de Kinkerstraat en Zuidoost, net als onze kinderen. Mijn zoon is zelfs geboren in de poffertjeskraam op het Weteringscircuit. Nou ja, bijna dan. Mijn vliezen braken toen ik aan het werk was.”

Oliebollenkraam-8(20141216)-2

Wat doen jullie de rest van het jaar?

“Begin oktober openen we de deuren van de kraam, dan is het oliebollenseizoen begonnen. Dit jaar zijn we drie weken eerder gekomen dan de afgelopen jaren. Het is op de kermis namelijk steeds moeilijker rondkomen. In januari en februari hebben we lekker een week of zes vrij. Dan begint het kermisleven weer. We trekken het hele jaar rond door Nederland. We staan acht of negen dagen op één plek en dan gaan we weer. Het reizen zit zo in ons bloed dat mijn 84 jarige vader zelfs na zijn pensioen nog met zijn kinderen meetrok, hij kon gewoon niet de hele dag thuis zitten. Sommige mensen denken dat we alleen dit doen en dat we heel rijk zijn, maar we werken heel hard, het hele jaar door!

Waarom staan jullie in BoLo?

“We staan hier nu acht jaar. Maar veertig jaar geleden werkten we hier al in de kraam van mijn schoonvader. Toen stonden we aan de overkant van het plein, bij het postkantoor. Ik heb zelf ook jaren om de hoek gewoond. Het voelt heel vertrouwd om hier te staan. Ik voel me zeker geen onbekende. Deze plek krijgen we via het Reumafonds. We geven hen dan ook een deel van onze winst. Zo helpen we elkaar een beetje.”

Wat vinden jullie het leukste aan BoLo?

“De mensen zijn heel vriendelijk. We kennen bijna iedereen. Kleine jongetjes die vroeger in de kinderwagen een oliebol van hun moeder kregen komen er nu zelf eentje kopen. Hartstikke leuk! We hebben ook een band met mensen. Ze komen een oliebol kopen en een praatje maken. En soms komen ze alleen een praatje maken. We horen veel persoonlijke verhalen, bijvoorbeeld als iemands echtgenote is overleden of iemands moeder naar een verzorgingstehuis moet. Hierdoor voelen we ons erg thuis in Bos en Lommer.

Elke keer als we hier weer staan zeggen mensen: wat fijn dat jullie er weer zijn. En dat vinden wij ook!”

 

Oliebollenkraam-6(20141216)-1Ook zo’n heerlijke oliebol van Piet en Maaike proeven? Tot en met 31 december staan ze op het Bos en Lommerplein, naast de KFC.

Tekst en foto’s: Suzan van Otterdijk