Arie Boomsma is met afstand de meest bekende BN’er van BoLo. We waren blij dat Arie een uurtje voor ons wilde vrijmaken in zijn overvolle agenda. Op de afgesproken tijd komt hij Het Wilde Westen binnenwandelen in de hem zo kenmerkende outfit: zwarte pet, joggingbroek, flitsende gympen.

Al 16 jaar woont Boomsma in Bos en Lommer en sinds 2004 boven de parkeergarage op het Bos en Lommerplein. Hij spreekt vaak af in de nieuwe hotspot aan het Bos en Lommerplantsoen voor interviews, maar ook voor een lunch met zijn ouders. Zijn broer en zus wonen ook in Bos en Lommer. Samen hebben ze een WhatsAppgroep ‘De Bolonisten.’

“Ik woon in Bos en Lommer en ik beweeg me in stadsdeel West. Mijn gym, de Vondelgym zit aan de Overtoom. Dat hele blok, vanaf daar tot aan mijn huis zie ik als mijn natuurlijke habitat. En daar bezoek ik de meeste restaurants en koffietentjes. In Bos en Lommer zijn dat Buurman en Buurman en Buongiorno. Verder ben ik vaak te vinden in De Nieuwe Boekhandel. Niet in BoLo, wel aan de rand: Frits en Zurich aan het Mercatorplein en Café Cook. En dan die hele strip op de De Clercqstraat: onder andere Pazzi en Stach.”

“Alles komt hier samen, dat is de reden dat ik het zo prettig vind om hier te wonen: dit is Nederland, dit is onze samenleving, bijna onder een loep. De moeilijke kanten, de dingen die fout gaan met de integratie. Dat je toch nog steeds een heel ander publiek ziet in de Albert Heijn dan in de Dirk rond zes uur. Hier en daar zijn er naar mijn smaak nog iets te veel parallelle werelden. Maar er is ook die  mooie kant, waar wel verbinding is, waar moskeeën en synagogen met elkaar optrekken. En de gemixte samenstelling: wit, gekleurd, religieus, niet-religieus, literair, hoog opgeleid, volks, alles door elkaar. Dit is onze samenleving en dit is volgens mij waar Nederland naar toe gaat. Dat geeft mij, vooral voor mijn werk,  het gevoel dat ik de vinger aan de pols heb van wat er in de samenleving gebeurt, juist door hier te wonen en niet in het Gooi.”

Voorlopig ziet Arie zijn kind, dat in februari geboren wordt, zéker opgroeien in Bos en Lommer: “Mijn vrouw en ik willen allebei in dit deel van West blijven. Maar wij zijn beiden écht buitenmensen. Dus we zouden graag een goede tuin willen of een dakterras, in ieder geval willen we lekker buiten zitten. Dat ons kind in de stad zal opgroeien vind ik positief. Meteen in aanraking komen met verschillende culturen, contact op straat. Heel fijn. Ik zie ons de komende tijd niet weggaan.”

Door zijn werk komen de reacties op Arie op straat vaak vanuit een saamhorigheid. “Als ik op televisie ben geweest en mensen hebben dat gezien, spreken ze hun trots uit, alsof we familie zijn, variërend van jongeren die zeggen: ‘Bos en Lommer represents’ tot de wat ouderen ‘we hebben je gezien Aar, goed gedaan!’ Dat voelt heel inclusief.”

Toen Arie pas in Bos en Lommer kwam wonen, was er nog niet zo veel nieuwbouw en overheersten vooral de oudere Amsterdammers en de nieuwe culturen. “Wat ik mooi vind aan de buurt, is dat hij qua samenstelling meegroeit. De tweede en derde generatie uit de nieuwe culturen kopen hier hun eerste huisje. Hier is dat nog enigszins betaalbaar. En de wijze waarop hier nieuwbouw gedaan is – grote en kleine huizen door elkaar – zorgt voor een leuke mix aan studenten en mensen met kinderen. Je voelt hier in Bos en Lommer de ontwikkelingen, op sociaal gebied en ook wat betreft ondernemen.”

“De gekste ervaring voor mij hier in Bos en Lommer is dat ik geëvacueerd ben geweest, ruim 90 huishoudens zaten vijf maanden in een hotel. Bizar! Die zomer was er een hittegolf waardoor we sowieso veel buiten waren. Tja, we konden ons huis niet meer in. Een bijzondere ervaring.”

“Bos en Lommer werd op zeker moment een verbindende factor, Boloboost heeft daar ook een grote rol in gespeeld. Wouter Hamel, Tim Haars en nog veel meer mensen spraken uit trots te zijn in Bos en Lommer te wonen. Je merkte dat Bos en Lommer een soort geuzennaam werd. Het is tof om daar te wonen en er wonen kennelijk ook leuke mensen. Die verandering vind ik heel plezierig. Als ik 15, 16 jaar geleden vrienden te eten vroeg, was hun reactie: ‘welke tram gaat daarheen?’ Tegenwoordig zeggen mensen dat Bos en Lommer het helemaal gaat worden. Zo’n Bos en Lobster wordt meteen besproken in de krant en deze zaak ook. Hier komen mensen op af! Die ontwikkeling vind ik prachtig en ik ben daar trots op. Trots dat ‘we’ dat gedaan hebben, dat mensen het als prettig ervaren om hier te zijn.”

Al pratend schiet Arie een anekdote over Bos en Lommer te binnen: “Peter Korrel, verwoed verzamelaar en quizspeler heeft aan het stadsdeel voorgesteld om alle bruggen in Bos en Lommer literaire namen te geven. Tot zes jaar geleden hadden bruggen geen namen. Zo is Bos en Lommer bijvoorbeeld aan de Saïdja en Adindabrug, genoemd naar twee hoofdpersonen uit Max Havelaar, gekomen.”2015-06-14 DSC_2812

De eind vorig jaar uitgebrachte en door Arie samengestelde poëziebloemlezing is de derde in een serie. In het eerste deel stonden gedichten die Boomsma zelf mooi vindt centraal, het tweede gaat over de liefde en de derde heeft als thema de dood. “Wat ik heel leuk vind is dat ik met dit boek een scholentoer doe. Scholieren schrijven een gedicht, dat mag over de dood gaan of over een zelfbedacht thema. We praten dan over taal en poëzie en over de raakvlakken met hun leven. Kan een appje ook een gedicht zijn? Wat maakt een gedicht een gedicht? Soms praten we wel een half uur over een gedicht van 14 woorden van Jan Arends.” Arie schrijft zelf geen gedichten: “Voor mij is poëzie als muziek, ik luister graag; ik hoef het niet zo nodig zelf te doen.”

Tekst: Arjan van Oorsouw

Foto Saïdja en Adindabrug: Annemarieke Verheij